Handbiken kent een indeling in vijf categorieën (H1 – H5, van meest tot minst beperkt). Eén van de testen waarop deze classificering gebaseerd is, is de klinische ‘Manual Muscle test’. Hierbij beoordeelt een (para)medicus de kracht in de armen van een atleet op subjectieve wijze door het geven van handmatige weerstand tijdens het strekken en duwen van respectievelijk de ellebogen, polsen en vingers.
Aan deze subjectieve meetmethode zitten echter haken en ogen, blijkt uit het huidige onderzoek. De samenhang tussen een subjectieve beoordeling van iemands kracht en het vermogen tijdens een 20 seconden sprinttest op de eigen handbike, was namelijk een stuk zwakker dan de samenhang tussen de kwantitatief (objectief) gemeten isometrische armkracht van een sporter en diens geleverde vermogen.
Wat is bekend
- Tijdens het handbiken worden beide cranks synchroon rondgedraaid met de armen.
- Het geleverde vermogen hangt hierbij af van het spiergebruik, de getraindheid, techniek en afstelling van de handbike.
- Tijdens de trek (pull) en duw (push) fase kunnen de armspieren de meeste kracht genereren.
Wat is nieuw
- De ‘Manual Muscle Test’ waarop de mate van beperking van een handbiker momenteel beoordeeld wordt, zegt weinig over de prestatie tijdens het handbiken.
- De maximale isometrische duw- en trekkracht van de armen is een goede voorspeller van het vermogen dat een handbiker kan leveren tijdens een sprinttest.
- Naast veel spierkracht in de armen spelen ook andere factoren een rol bij de handbike-prestatie.
Handbikebank
Ook was de voorspelling van de tijdritprestatie op de weg een stuk nauwkeuriger wanneer de onderzoekers uitgingen van de informatie uit de objectieve krachtmeting, dan die van de manuele beoordelingstest. De onderzoekers voerden hun studie namelijk uit tijdens de World Cup wedstrijden in Oostende en wereldkampioenschappen in Emmen in 2019.
Ze lieten voor hun studie de tijdrit-deelnemers plaatsnemen op een op maat gemaakte ‘handbikebank’. Met hun bovenlichaam onder een hoek van 30 graden hielden de para-atleten met hun handen een stang vast, waarin handvatten met 3D krachtsensoren waren verwerkt (zie Figuur). De handbikers voerden ieder twee maximale contracties van drie seconden uit in een duwende en trekkende positie. De resultaten van deze test werden vervolgens vergeleken met een sprinttest op de ergometer en met de tijdritprestatie op de weg.


De onderzoekers keken naar verschillende indicatoren van kracht (zoals de totale kracht in alle richtingen, enkel de horizontale kracht, de variatie in kracht gedurende drie seconden, de snelheid van krachtontwikkeling tot het maximum, en de mate van asymmetrie tussen beide armen). Uiteindelijk leverde de horizontale kracht tijdens het maximaal duwen en trekken, de beste voorspellende waarde op voor het (piek en gemiddelde) vermogen tijdens de sprinttest; 80% van de variatie in vermogen kon door deze kracht voorspeld worden.
Niet alleen kracht
In het geval van de tijdritprestatie kon de gemeten isometrische duw- en trekkracht zo’n 25% van de variatie in prestatie tussen de handbikers tijdens de tijdrit voorspellen. Het laat zien dat naast sterke armspieren als basis voor een handbiker, ook andere factoren van belang zijn om goed te presteren tijdens een tijdrit. Denk hierbij aan: pacingstrategie, uithoudingsvermogen en afstelling van de handbike. Ook waren, in tegenstelling tot de echte handbike, romp en benen van de para-atleten tijdens de krachtmeting gefixeerd.
Praktische tips voor coaches en trainers
- Maak krachttraining van de armen een belangrijk onderdeel van het programma van je handbikers.
- Gebruik metingen van (isometrische) kracht om de vooruitgang van je handbikers te monitoren.
Bronnen
- Muchaxo, R. E. A., de Groot, S., Kouwijzer, I., van der Woude, L. H. V., Nooijen, C. F. J., & Janssen, T. W. J. (2022). Association between upper-limb isometric strength and handcycling performance in elite athletes. Sports Biomechanics, Jun 20: 1–20. https://doi.org/10.1080/14763141.2022.2071760
Uitgelicht