Het onderzoeksproces
De snelheid waarmee een rolstoelsporter over het veld beweegt, hangt af van diens fysieke beperking, de sport die hij/zij beoefent en de rolstoel zelf. Om de invloed van deze drie factoren te bestuderen monteerden de onderzoekers commercieel beschikbare sensoren op de wielassen en het frame van de rolstoelen. Dit deden ze bij 29 basketballers, 32 rugbyers en 15 tennissers. Deze populaire rolstoelsporten werden gekozen om drie redenen:
1) de verschillende gestelde eisen aan de sporter en de rolstoel
2) de variatie van de mate van beperking van de sporter per sport
3) de diverse manier van classificatie per sport t.
Wat is bekend
- Bij de training van rolstoelsporters wordt weinig rekening gehouden met het individu
- Het huidige classificatiesysteem voor paralympische sporten is niet optimaal
Wat is nieuw
- Sensordata geven objectief inzicht in de individuele prestatie en beperking van rolstoelsporters
- In vergelijking met tennis en rugby vereist rolstoelbasketbal de grootste beweeglijkheid
Uitkomsten per sport: Basketbal meest dynamisch
Tijdens meerdere wedstrijden op het hoogste niveau werd de beweging van iedere rolstoelsporter op het veld in kaart gebracht via de ‘Rolstoel Mobiliteit Prestatie Monitor’ (Figuur 1). Hieruit blijkt dat:
- De rolstoelbasketballers (WB) de hoogste snelheid (1,2) en versnelling (3) bereiken, tijdens het voor- en achteruit bewegen.
- De rolstoelbasketballers ook met de hoogste versnelling roteren (6), maar dat de rolstoeltennissers (WT) dit met de hoogste snelheid (4,5) doen.
- De rolstoelrugbyers (WR) op alle aspecten van het bewegen achterblijven op de twee andere sporten, en dat de individuele variatie hier het grootst is.
De sensordata vormen een objectieve afspiegeling van de manier van bewegen van een rolstoelsporter op het veld en tonen welke factoren hierop van invloed zijn. Zo kan de mindere ‘prestatie’ van de rolstoelrugbyers ten opzichte van de andere twee sporten verklaard worden door hun ernstigere mate van beperking in combinatie met een zwaardere rolstoel. Zoomden de onderzoekers in op alleen de sporters met de lichtste mate van beperking – om zo tot een eerlijkere vergelijking tussen de drie sporten te komen – dan werden de verschillen tussen tennis en rugby verwaarloosbaar klein. De basketballers bleven nog altijd beduidend de snelste bewegers in de rolstoel. Dat de rolstoeltennissers tijdens hun wedstrijden over het algemeen niet sneller dan de basketballers waren, geeft volgens de onderzoekers aan dat de afmetingen van het veld en nabijheid van andere spelers ook bijdragen aan de manier waarop para-atleten tijdens hun wedstrijden in de rolstoel bewegen.
De belangrijkste informatie op een rij:
De resultaten geven nuttige informatie voor trainers, rolstoelontwerpers en sportbestuurders.
- In alle drie de sporten beweegt de rolstoel tien procent van de tijd achteruit; een bevinding die moet worden meegenomen in het verfijnen van de training en classificatie en het rolstoelontwerp.
- Omdat rolstoelbasketbal met de hoogste intensiteit wordt gespeeld en getraind wordt bij hoge (rotatie)snelheden, vraagt deze sport om een rolstoel die licht en wendbaar is..
- Rolstoeltennissers moeten vooral snel en gemakkelijk kunnen draaien.
- Lettende op de grote variatie in mobiliteit bij de rolstoelrugbyers, vraagt deze sport om een trainingsprogramma én een rolstoel die afgestemd is op het individu. Een objectieve manier van classificeren is in deze sport ook van belang.
Wil je meer weten over het gebruik van sensoren voor de rolstoel?
Bronnen
- van der Slikke RMA, Berger MAM, Bregman DJJ, Veeger DHEJ. Wearable wheelchair mobility performance measurement in basketball, rugby, and tennis: lessons for classification and training. Sensors (Basel) 2020; 20 (12): 3518.